‘Zet de ouders aan het werk!’

In het Tijdschrift Conflicthantering van december 2017 pleitten Carla Goosen en Cees van Leuven voor een ‘regisseur’ in de vorm van een ‘gezinsadvocaat’ om vechtscheidingen te helpen oplossen. Eef van Creij  en Hans Fibbe onderschrijven de gedachte van de auteurs dat er alles aan gedaan moet worden om te voorkomen dat een scheiding ontaardt in een vechtscheiding, maar zijn het niet eens met de geboden oplossingsrichting. Hieronder hun reactie in het Tijdschrift Conflicthantering.

 

De gezinsadvocaat is in feite een oplossing ‘uit de hoge hoed’: een ‘Deus ex machina’.  Want een advocaat die conflicterende partijen samen vertegenwoordigt, handelt in strijd met artikel 10(a) van de Advocatenwet. Voor de instelling van een gezinsadvocaat zijn dus ingrijpende veranderingen in wet- en regelgeving nodig. Vechtscheidingen vragen daarnaast om dé-juridisering [1] en dan is een advocaat niet de eerst aangewezen professional. Bovendien zit de houding van meervoudige partijdigheid [2] die de auteurs nodig achten en van waaruit mediators standaard werken [3], niet in de attitude van de advocaat die immers per definitie voor één partij (of gezamenlijk verzoek) staat. Verder vragen wij ons af waarom er een nieuwe laag, een soort casemanager, wordt geïntroduceerd terwijl er familiemediators zijn die de rol van neutrale derde al jaren vervullen en die aan oplossingen werken voor het hele gezin. In tegenstelling tot wat Goosen en van Leuven schrijven, is mediation een doorslaand succes met hoge oplossingspercentages en relatief lage kosten, zoals diverse onderzoeken hebben aangetoond.[4] Van deze professionele bemiddelaars kan echter nog veel meer dan nu het geval is, gebruik worden gemaakt door rechters en advocaten.

Volgens de auteurs zouden mensen vanuit wetgeving gestimuleerd moeten worden om eerst langs een gezinsadvocaat te gaan. Een dergelijke wettelijke bepaling, maar dan voor de mediator, stond voorheen in het initiatiefwetsvoorstel van Van der Steur, dat helaas gesneuveld is. Een vergelijkbare bepaling is niet teruggekomen in het nieuwe wetsvoorstel, dat in 2016 ter consultatie voorlag.

Daarnaast is een groot bezwaar tegen het inschuiven van een extra laag in de vorm van de gezinsadvocaat als een soort casemanager, de verzwakking van het ouderschap die er het onbedoelde gevolg van kan zijn. De primaire verantwoordelijkheid voor een vechtscheiding ligt bij betrokkenen zelf. Zij moeten maximaal verantwoordelijk worden gehouden voor hun handelen. Iemand boven hen plaatsen die de regie overneemt, haalt een deel van die verantwoordelijkheid bij hen weg. Juist door de dialoog en de verbinding tussen de ouders te bevorderen, wordt het mogelijk dat ouders hun rol weer gaan oppakken. [5]

Uit onze praktijk: bij een rechtszitting (echtscheiding, voorlopige voorziening) waarbij ook een mediator was uitgenodigd, pleitten beide advocaten tegen mediation op grond van de complexiteit van de situatie en de jarenlange duur van de scheiding: een typisch voorbeeld van een ‘hardnekkige scheiding’ of ‘vechtscheiding’. De rechter meende dat er een regisseur nodig was die de strijdende partijen bij de hand zou kunnen nemen. Onze inzet als mediator was de vraag aan beide ouders of zij de verantwoordelijkheid voor hun problemen uit handen wilden geven. Dat wilden zij niet. Na een serie indringende mediationsessies zijn zij tot een ouderschapsplan gekomen. Daarmee was zeker niet alle kou uit de lucht, maar beide ouders zijn door de gang van zaken empowered en beter in staat om de conflicten die in de (nabije) toekomst tussen hen zullen opkomen, het hoofd te bieden. [6]

Een hardnekkige scheiding is vaak een opstelsom van maatschappelijke en culturele factoren: problemen in de gezinnen waaruit beide partners voortkomen, hun eigen interne psychologische problemen, problemen met middelengebruik, geld of (het) werk.[7] Vechtende ouders dragen niet zelden een ‘rugzak’ aan narigheid met zich mee die ergens in het samenlevingsproces open barst. Het is een illusie te denken dat hardnekkige problematiek onder goede regie gekanaliseerd kan worden. Verbetering is alleen mogelijk als partijen tot het inzicht komen dat zij zelf aan zet zijn. Indien zij niet in de spiegel kunnen of willen kijken, helpt alleen ingrijpen van buitenaf: een rechter die knopen doorhakt, die een vorm van toezicht en hulpverlening voor kind en ouders dwingend oplegt, of desnoods eenhoofdig gezag uitspreekt.

Waarom een nieuwe regisseur, terwijl dat wat er al is en dat aan de eis van meervoudige partijdigheid voldoet, bevorderd zou kunnen worden?[8] Een uitweg uit hardnekkige relatieproblemen bestaat niet uit een schaap met vijf poten in de vorm van de gezinsadvocaat, maar uit een professioneel begeleide dialoog tussen partijen en indien het niet anders kan, uit ferme beslissingen door de familie/regierechter.[9]

 

 

Eef van Creij is sinds 1998 familiemediator en vice-voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Familiemediators (mFAM).
Hans Fibbe is familie, arbeid en strafmediator en secretaris van de Nederlandse Mediatorsvereniging (NMv).
Dit artikel hebben zij geschreven uit naam van de besturen van de verenigingen waarvan zij deel uitmaken.

 

 

[1] Expertmeeting vechtscheidingen, Utrecht, 6 oktober 2016. Vergelijk ook het Noorse model, waarin alle ouders die willen scheiden verplicht een gesprek moeten hebben met een maatschappelijk werker.

[2] I. Boszormenyi-Nagy, Grondbeginselen van de Contextuele Benadering, Haarlem, 2000. Zie ook Else-Marie van den Eerenbeemt, in Tijdschrift Conflicthantering, jaargang 13, 2018, no. 1

[3] H. Prein, Trainingsboek Conflicthantering en Mediation, Houten, 2007

[4] Mediation in civiele en bestuursrechtelijke zaken. WODC, Den Haag, 2002
Pel, Mediation naast rechtspraak. Justitiële verkenningen, jaargang 29, no. 8, 2003.
Handboek Mediation, Den Haag, 2005, derde druk, p. 325
Onderzoeksrapport mediation bij de overheid. Nijmegen, 2013
Memorandum 2015-2, Voorkomen van vechtscheidingen, WODC, Den Haag 2015
Mediation in Strafzaken, infoblad no. 2, 11/2017: slagingspercentage 81,2%.
Ministerie van Justitie en Veiligheid, Antwoorden Kamervragen over mediation in strafrecht, 27 november 2017
Visiedocument Rechtspraak (echt)scheiding ouders met kinderen, 10 oktober 2016 (slagingspercentage 75%)

[5] Visiedocument Rechtspraak (echt)scheiding ouders met kinderen, 10 oktober 2016

[6] Een ‘multidoor courthouse’ met de rechter als poortwachter, waarin bijvoorbeeld een beëdigde rechtbankmediator te vinden zou zijn, zou dit soort empowerment een groter bereik kunnen geven. De term ‘multidoor courthouse’ is van Machteld Pel: M. Pel, Mediation naast rechtspraak. Justitiële verkenningen, jaargang 29, no.8, 2003.

[7] Forse groei vechtscheidingen: mensen vinden elkaar niet meer. Willemijn Hoogveld, in Trouw, 11 september 2015

[8] Visiedocument Rechtspraak (echt)scheiding ouders met kinderen, 10 oktober 2016
Zie ook de reactie van de Nederlandse Vereniging van Familiemediators (mfam) op het rapport ‘Andere Tijden’ (commissie van der Meer), onder meer te lezen op de site van de Nederlandse Mediatorsvereniging (NMv).

[9] Zie de escalatieladder van Glasl in F. Glasl, Handboek Conflictmanagement, Amsterdam 2015